Zijn dood


In het voorjaar van 1945 hadden de Russen inmiddels Oost-pruisen bereikt en de Amerikanen en Britten trokken de Rijn over met als gemeenschappelijk doel Berlijn. Het was voor iedereen duidelijk dat het einde voor de nazi's nabij was. Zoals eerder al vermeld kende Hitler geen zelfkritiek. Hij weet dus alle schuld voor zijn falen aan zijn generaals die hem "verraden" hadden en ook aan het Duitse volk dat hem "in de steek liet" en dat daarom in Hitlers ogen in zijn historische missie had gefaald. De laatste dagen van zijn leven bracht hij door in de sombere führerbunker nabij de kanselarij. Hitler was op dat moment lichamelijk en geestelijk een wrak en leed aan de ziekte van Parkinson. Zijn lijfarts, dr. Morell, hield hem met diverse injecties op de been. Hitler gaf bevel tot het vernietigen van alle industriële complexen en het zich doodvechten tegen de Russen (ook bekend als het Nerobefehl). Hij ging de afgrond in en probeerde het Duitse volk mee te slepen. Door de snelle opmars van de geallieerden en ook de (heimelijke) tegenwerking van steeds meer officieren en zelfs nazikopstukken als Albert Speer, werden deze laatste führerbefehlen niet meer uitgevoerd. Op 20 april 1945 vierde Hitler zijn 56e verjaardag, zijn laatste. Naar het partijtje in de bunker kwam een aantal hoge nazi's, waarvan een aantal direct daarna het onder Russisch artillerievuur liggende Berlijn ontvluchtte.
Wat er na Hitlers dood met zijn lichaam gebeurde is nooit duidelijk geworden.